4C’s

De kwaliteit van een diamant wordt bepaald door de 4 C’s. Carat, Color, Clarity, en Cut

Van alle diamanten op aarde is maar 20% mooi genoeg om in sieraden te verwerken, de rest wordt in de industrie gebruikt voor onder andere boren, zagen en slijpmachines.
Omdat diamanten zeldzaam zijn en het winnen ervan erg moeilijk is, zijn diamanten zo kostbaar. Men moet heel veel rotsen delven, verplaatsen en verpulveren om een klein beetje diamant te winnen. Hoe beter de kleur, de helderheid, de zuiverheid en de slijpvorm, des te kostbaarder de diamant.
Briljant 4C's

Carat – massa of gewicht

De massa van edelstenen wordt uitgedrukt in karaat (1 karaat = 0,2 gram). Het karaat wordt onderverdeeld in 100 punten en wordt altijd in twee decimalen uitgedrukt, bijvoorbeeld 0,24 karaat of 24 punten. De karaat heeft zijn oorsprong in een in de oudheid gebruikt standaardgewicht: dat van een zaadje van de  johannesbroodboom (Ceratonia siliqua).

Als we de waarde van een diamant willen weten is het gewicht de C die het gemakkelijkst te bepalen is.
Het karaat gewicht wordt vermeld met twee decimalen achter de komma. De derde decimaal wordt steeds naar beneden afgerond als deze kleiner is dan 9.

Niet te verwarren met het goudgehalte wat ook in karaat weergegeven wordt

Colour – kleur

Hoe de kleur van een diamant beoordeeld wordt, is tamelijk subjectief. Een zuivere diamant is kleurloos. Meestal geldt dan ook; hoe minder kleur, hoe zuiverder, dus hoe waardevoller. Bepaalde relatief veel voorkomende verkleuringen, zoals geel, laten de waarde van de diamant dalen. Uiteraard blijven deze stenen waardevol. Minder voorkomende kleuren zoals roze en blauw zorgen daarentegen voor een waardestijging.  Ook zwarte diamant, die mogelijk van buitenaardse oorsprong is, is zeldzaam. 

De kleur wordt bepaald aan de hand van een set zogenaamde ijkstenen (de zogenaamde masterstones). Dit is een door verschillende vooraanstaande diamantairs beoordeelde verzameling stenen met verschillende kleuren in de hoogste graden, die als standaarden worden beschouwd. De beoordeling gebeurt meestal visueel (met het oog). Er zijn er ook elektronische beoordelingen mogelijk.

Het IDC (International Diamond Council) gebruikt het volgende kleurenschema:

Kleur Nederlandse benaming Oude benaming
D Fijnste wit+ Jager
E Fijnste wit River
F Fijn wit+ River
G Fijn wit Top Wesselton
H Wit Wesselton
I Licht getint wit+ Top Crystal
J Licht getint wit Crystal
K Getint wit+ Top Cape
L Getint wit Top Cape
M Getinte kleur Cape
N Getinte kleur Low Cape
O Getinte kleur Very Light Yellow
P-Z Getinte kleur Light Yellow

Clarity – helderheid

De zuiverheid van geslepen diamant. De steen kan zowel in- als uitwendig kenmerken vertonen. De inwendige bestaan veelal uit gletsen (inwendige scheuren), resten koolstof die niet geheel uitgekristalliseerd zijn of insluitingen van stikstof. Ze komen in allerlei vormen voor maar ook in diverse gradaties van intensiteit. Het zijn groeilijnen die de opbouw van de ruwe steen laten zien. Ook zijn er uitwendige kenmerken zoals “baard”, die overblijft wanneer de steen te hard gesneden is, en “nijf” die achterblijft wanneer de steen zuinig gesneden is. Beide kenmerken zijn op de rondist te zien. Al deze kenmerken bepalen de zuiverheid van de steen die in verschillende categorieën wordt ingedeeld: LC, VVS1, VVS2, VS1, VS2, SI1, SI2, P1, P2, P3. De beoordeling hiervan gebeurt altijd visueel met een loep en onder een lamp die een licht uitstraalt gelijkwaardig aan daglicht. De loep heeft een vergroting van 10.

 

Zuiverheid Benaming Zichtbaarheid
LC Loupe-clean Geen enkel kenmerk is zichtbaar met de loep
VVS1 en VVS2 Very very small internal characteristics De kenmerken zijn erg moeilijk tot moeilijk te vinden met de loep.
VS1 en VS2 Very small internal characteristics De kenmerken zijn vrij gemakkelijk te vinden met de loep.
SI1 en SI2 Small internal characteristics De kenmerken zijn gemakkelijk tot erg gemakkelijk te vinden met de loep.
P1 Pique 1 De kenmerken zijn moeilijk te vinden met het blote oog door de bovenkant van de diamant.
P2 Pique 2 De kenmerken zijn makkelijk te vinden met het blote oog en hebben weinig invloed op de schittering van de diamant.
P3 Pique 3 De kenmerken zijn erg gemakkelijk te vinden met het blote oog en hebben invloed op de schittering van de diamant.

Cut – slijpsel

Hieronder wordt verstaan het maaksel van de steen. De vorm waarin de steen geslepen wordt is een onderdeel hiervan. Het maaksel heeft betrekking op de kwaliteit van het slijpen en de verhoudingen van de slijpvorm. De essentie ligt in de juiste “verhoudingen” en de “verfijning” van de geslepen steen. Onder de verhoudingen wordt verstaan de hoogte van de kroon, de kroonhoek, de diepte van de paviljoenzijde, de tafelspiegeling en de verhouding van de rondist ten opzichte van de totale diepte van de steen.

Onder de verfijning wordt verstaan de precieze afwerking van het totale maaksel. Hoe regelmatig is de rondist, is de kollet zwaar of licht, zijn er symmetrieverschillen tussen kroon en paviljoenzijde, sluiten de facetten recht op elkaar aan, ligt de kollet exact in het midden of ligt de tafel decentraal?

Al deze zaken zijn direct van invloed op het spel van het licht in de steen. Het maaksel is mensenwerk, in tegenstelling tot de zuiverheid, kleur en ten dele het gewicht. Het is dan ook een grote prijsbepalende factor in de vier C’s: een steen met een mooi rond gewicht, loepzuiver en de hoogste kleur in een briljante slijpvorm kan een topsteen lijken, maar als de steen te diep geslepen is (spijker) of te ondiep (visoog) dan is het lichtspel in de steen dood en heeft de steen een geringere waarde.